Huisarts en palliatieve zorg
- Catholic Voices
- 13 jun 2015
- 5 minuten om te lezen
Marcel Jansen – Medisch ethische kwesties; euthanasie juni 2015

Palliatieve zorg is een neutraal begrip. Dat is zorg voor mensen die weten dat ze niet meer beter worden: op alle dimensies. Lichamelijk, psychologisch, spiritueel enz. Diagnose: eerst voor worden behandeld. Het moment dat de arts zegt: u wordt niet meer beter is een gradueel verloop. Het gaat over lichamelijk, psychisch, misselijk, braken, jeuk enz. Psychisch: angst, depressie, verward (delier). Spiritueel: waarom ben ik hier. Doodgaan doe je niet in je eentje. Heeft altijd consequenties voor anderen. De beslissingen die je neemt over je leven heeft consequenties.
Je bent ziek, oud, kost geld, kinderen belasten enz. dan zul je onbewust eerder denken aan euthanasie. Soms wordt dat ook zo gezegd door een arts: u kunt kiezen voor euthanasie. Euthanasie is doelbewust eindigen voor het leven. Als je iemand pijnstilling geeft is dat geen euthanasie.
Euthanasie is je geeft een drankje/spuit en die is twintig minuten later dood.
Sinds 2001 kun je euthanasie krijgen. Je kunt als arts vrijstelling van vervolging krijgen: Het gaat over vrijwillig (maar er is maatschappelijke druk),
Een consistente wens (dus niet een keertje: ik heb zo’n pijn mag ik dood. Een wens in de tijd)
Uitzichtloos lijden
Ondragelijk lijden: wat is ondragelijk?
Twee patiënten met hartfalen, zelfde stadium. Hartfalen. De een zegt dit is ondragelijk en uitzichtloos ik wil dood. De ander zegt: ik kan nog lang genoeg dood zijn, ik wil leven.
Euthanasie is eigenlijk voor extreme gevallen, waar je je iets bij voor kunt stellen. Dit is steeds verder opgerekt. Later zijn daar steeds meer aandoeningen bij gekomen, psychische, dementie en ‘klaar met leven’. …. Zelfs kinderen: zijn vroeger volwassen enz. Ze mogen geen alcohol en niet stemmen, maar wel kiezen dat ze dood gaan. Dus er is een glijdende schaal.
Welke mensen kiezen voor euthanasie:
a. mensen met angst. Bang voor de manier waarop ze dood gaan. Bang voor pijn, stikken enz. Die mensen kun je geruststellen wat je in je arsenaal hebt.
b. Mensen met kanker, geopereerd, chemo’s 1/2/3/4 en ze worden steeds zwakker. En de specialist zegt: ik heb misschien nog wel wat. Ze zijn zo lang behandeld dat ze helemaal ‘op’ zijn.
c. Controle mensen. Die de jaren 60 hebben meegemaakt, autonomie, baas in eigen buik enz. Autonomie is de God. Die de aftakeling niet en niet afhankelijk. Het is mijn leven ik beslis. Voor die groep heb ik geen alternatief. Als je zo in je leven staat kan ik daar geen alternatief voor geven.
Euthanasiecijfers stijgen in NL. 95% krijgt een infuus of injectie. Meer dan de helft zou zelf een drankje kunnen drinken. Als het om je autonomie hebt, waarom doe je dat dan niet zelf?
d. Depressie groep die door hun ziekte van stuk zijn. Met goede palliatieve zorg, met gesprekken, medicatie enz. kun je mensen daar uit krijgen.
e. Extreme gevallen: onbehandelbaar, pijn, wegvretende tumoren enz. Waarbij we ons wel voor kunnen stellen dat ze dood willen.
In NL wordt e.e.a. wel geregeld in wetten enz. Terwijl in zuidelijke landen artsen zeker ook leven verkortende handelingen plegen…
Met deze beslissing zit je op een glijdende schaal waarmee je de hele maatschappij in het ongeluk stort.
We hebben niet voor alle aandoeningen een oplossing. Voor veel, maar niet voor alles…
Palliatieve sedatie: laatste weken in slaap brengen. Als je niets meer hebt om lichamelijk lijden te bestrijden. Ik kan u in slaap brengen zodat u niet brengt. Waarom twee weken. Als het langer is, dan sterft de persoon niet sterft aan zijn ziekte maar uitdroging. In de praktijk is het voor 2-3 dagen.
Het is de symptomen bestrijden.
Palliatieve sedatie kan pas echt helemaal op het eind ingezet worden. Dat is een alternatief voor groep a.
Als een palliatieve sedatie langer dan 2 – 3 dagen duurt moet deze geen vocht meer hebben staat er in de moraal. Als je iemand die stervende is vocht geeft, wat hij niet meer wil, doe je kwaad: iemand wordt misselijk, krijgt vocht achter de longen enz. Als je dan vocht geeft actief via infusen dan ben je medisch gezien slecht bezig. Het lichaam kan dat niet meer verwerken.
Bewust sterven is beter. Maar, veel mensen nemen ‘getrapt’ afscheid van het leven. Je ziet iemand langzaam weg. Bewustzijn zakt langzaam weg. We noemen iets snel lijden en ondragelijk is dat we dat te snel wegnemen. In slaap brengen mag, in extreme gevallen. Maar je moet iemand niet zomaar in slaap brengen omdat je bewustzijn wegneemt. Ik heb liever dat ik iemand in slaap breng dan euthanasie geef. In slaap brengen is medisch handelen.
Palliatieve sedatie mag je alleen inzetten als er geen andere optie is. Als je het via pijnbestrijding prima zou kunnen bestrijden dan mag je geen sedatie inzetten. Je ziet ook dat schuiven: dat is ook de existentiële pijn waarvoor sedatie wordt ingezet, mits iemand binnen twee weken overlijdt.
Als je een behandeling inzet, heb je informed consent nodig: iemand informeren. Als de patiënt het niet meer kan, kun je de familie vragen dan wel je afvragen: wat zou de patiënt zelf gekozen zou hebben.
Belangrijk dat patiënten zelf aangeven wat ze wel/niet willen. Ik geef zelf aan wat wel/niet kan.
Mensen hebben wel het idee dat ze recht hebben op euthanasie.
Euthanasie is altijd subjectief: het gaat over ‘ondragelijk lijden’. Vraag is: is het voor de arts invoelbaar?
Mensen zeggen: als ik naar een verpleeghuis zit, dan hoeft het niet meer. In het verpleeghuis wil bijna niemand een spuitje.
Je past jezelf aan aan de situatie waarin je zit.
Heel vaak is een lijdensvraag in de kern existentieel.
Steeds meer artsen hebben steeds meer moeite met verzoeken van euthanasie. Levenseinde kliniek die vindt dat iedereen recht moet hebben op euthanasie. Die krijgen alle moeilijke gevallen. De grote groep collega-artsen die geen fundamentele weerstand hebben bij lichamelijk lijden vinden ook dat het te ver gaat.
Zoals een moeder in principe haar kind wil beschermen, blijft een arts het lastig vinden om iemand dood te maken. Wel vindt bijna elke arts dat ze een goede daad verrichten, een daad van barmhartigheid.
In gesprek bij een euthanasievraag wordt altijd gekeken: wat zijn alternatieven. Als de euthanasievraag blijft bestaan komt er een andere arts die de patiënt niet kent, die zegt ook nog wat er wel gedaan kan worden en dan wordt er besloten en worden medicijnen besteld. Als de scanarts een negatief advies geeft kan de arts de euthanasie doen, maar dan moet hij wel wat uitleggen aan de toelichtingscommissie.
Ook bij de scanartsen zie je die subjectiviteit.
Voor de arts is het ook een heel traject: die is ‘moordenaar’ totdat de toetsingscommissie aangeeft dat hij/zij van rechtsvervolging ontslagen is.
Lobby voor palliatieve zorg: de belangrijkste groep is de c groep. Die lobby is heel sterk ook in de media en de politiek. D66 maakt echt die groei door dankzij deze groep.
Comments